Let op: klik op een kleine afbeelding om een grote foto te zien.
De zee, met aan de Noordzeekant de prachtige stranden, speelt vanzelf een heel belangrijke rol op Ameland. Hoewel de stranden de laatste jaren steeds smaller zijn geworden, is de term weidsheid toch nog steeds van toepassing. Er is overigens een plek op Ameland waar het strand sinds 1990 steeds breder is geworden: de Balg. Dat is een grote zandvlakte met een lagune, die ontstaan is doordat een zandhaak aan de noorwestpunt zich in oostelijke richting begon te verplaatsen. Ergens rond 1993 maakte deze haak weer contact met het strand ter hoogte van Ballum. Het zo ontstane binnenmeer werd als gevaarlijk voor mensen gezien, mede vanwege mogelijk drijfzand, waardoor Ballum in één klap van zijn badstrand werd beroofd. Deze situatie duurt voort tot vandaag de dag. Rijkswaterstaat schat de totale cyclus van opbouw en afbraak van de Balg op 2 generaties, zo’n 40 tot 50 jaar. Dat betekent dat de Ballumers tot pakweg 2035 moeten wachten voor zij hun strandtoerisme weer kunnen binnenhalen. Geen nood overigens, want voor de natuurliefhebber is de Balg iets speciaals en er staat evengoed een leuke strandtent met prima versnapperingen. Op de westkant van de Balg vindt nieuwe duinvorming plaats, de zogenaamde groene duintjes. Een paar jaar geen zware stormen en het kan zomaar beklijven.
Het echte badstrand vind je vooral bij Nes en Buren. Dit winterseizoen is men volop bezig met het ophogen van het badstrand aldaar, maar ik vermoed dat er in deze periode toch weinig zwemvertier te bespeuren valt. Ook hier staan twee populaire strandtenten. Die van Nes heet “De Buren Van Nes” wat mogelijk op het echte eilandse gevoel voor humor zou kunnen duiden. Het bijzondere van deze tent is de webcam die richting het westen over strand en zee uitkijkt. Niet zo lang meer overigens want in november begint men met de bouw van een nieuwe tent, waarschijnlijk om het geheel stormvaster te maken.
Aan de oostkant van Ameland ligt een ruig natuurgebied, bestaande uit het Oerd met duinen en natte valleien, en de Hon, een aangroeiende zandvlakte met lagere duinen en nieuwe duinvorming. De zee breekt op dit stuk af en toe door richting het wad, maar de overheersende westenwind wist de sporen daarvan vrij snel weer uit. Als je nog goed op goede voet staat, is een wandeling vanaf de laatste strandovergang naar de Hon een belevenis. Zo’n tocht kun je overigens ook op Terschelling en Schiermonnikoog maken. Op Vlieland niet, daar moet je juist in westelijke richting lopen. Je ziet geen kip daar met uitzondering van een dagelijkse lading mensen die door de strandexpres wordt rondgereden. Lang duurt het nooit en daarna heb je het rijk weer alleen. Kort en goed, een en al weidsheid die zich prima in panorama’s laat vastleggen. Klik op de foto’s voor een vergroting.